Ubo-register: wie is de uiteindelijk belanghebbende van de besloten vennootschap?

26 september 2020

Dit is het derde artikel uit een serie die Pellicaan Advocaten publiceert over het Nederlandse ubo-register.

Eerder geschreven artikelen:

Inleiding

De nieuwe regels per 27 september 2020 gelden ook voor de besloten vennootschap (bv).

Welke ubo-definitie geldt voor de bv?

De algemene definitie van de ubo is dat het moet gaan om “natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de rechtspersoon”, wat kan blijken uit:

  1. het direct of indirect houden van meer dan 25% van de aandelen, de stemrechten of van het eigendomsbelang in de bv, met inbegrip van het houden van toonderaandelen;
  2. andere middelen, waaronder de voorwaarden voor consolidatie van een jaarrekening, bedoeld in artikel 406, in samenhang met de artikelen 24a, 24b en 24d, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Er is een belangrijke uitzondering: er hoeft geen ubo te worden vastgesteld en geregistreerd bij een aan de beurs genoteerde vennootschap. Hetzelfde geldt voor de 100% dochtermaatschappij van een beursgenoteerde vennootschap. De officiële definitie van beursgenoteerde vennootschap luidt:

“een vennootschap die als uitgevende instelling is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in de richtlijn transparantie, dan wel aan vergelijkbare internationale standaarden”

Meestal zal de ubo van een bv kunnen worden gebaseerd op het eerste criterium, wat in binnenlandse verhoudingen meestal niet ingewikkeld hoeft zijn. Als sprake is van een of meerdere buitenlandse aandeelhouders of als niemand aan de 25%-grens voldoet, kan het lastiger zijn om te bepalen wie ubo is.

Bij zeggenschap via ‘andere middelen’ gaat het over bijzondere zeggenschapsvormen. In de parlementaire geschiedenis zijn onder andere genoemd:

  • het contractuele of statutaire recht om de meerderheid van de bestuursleden van de rechtspersoon te benoemen of te ontslaan;
  • overheersende invloed op grond van een overeenkomst, zoals bij economische eigendom.

Alleen als er geen ‘echte’ ubo kan worden gevonden en dus niemand voldoet aan een of meerdere van de criteria hierboven, geldt een extra regel. Bij het ontbreken van een ‘echte’ ubo zijn alle statutair bestuurders van de bv ubo. Dit type ubo wordt vaak als ‘pseudo-ubo’ aangeduid.

Kan een pseudo-ubo worden aangewezen?

In het verleden is door verschillende adviseurs in omloop gebracht dat het bestuur van de bv de pseudo-ubo kan aanwijzen, bijvoorbeeld de voorzitter. Die veronderstelling was niet op de Nederlandse en Europese wetgeving gebaseerd en is onjuist. Dat is recent door de minister van Financiën bevestigd. In een dergelijke situatie moeten alle bestuurders van de bv als ubo worden aangemerkt.

Vraag advies!

Voor advies over de ingewikkelde ubo-registerwetgeving, die ook verplichtingen op het gebied van privacy met zich mee brengt, kunt u terecht bij het ubo-registerteam van Pellicaan Advocaten, dat bestaat uit Xander AldersEllen Timmer en Elif Barioglu.

Eerder geschreven artikelen over het ubo-register: