Adviesrecht ondernemingsraad bij overeenkomst tot groepsgewijze inlening

Recent heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over het adviesrecht van de Ondernemingsraad (OR) met betrekking tot het aangaan van raamovereenkomsten met uitzendbureaus, een kwestie die met name van belang is voor bedrijven die veelvuldig gebruik maken van uitzendkrachten.

Advies OR

Het ging in deze zaak om de interpretatie van artikel 25 lid 1(g) Wet op de Ondernemingsraden (WOR), dat bepaalt dat de OR door de ondernemer in de gelegenheid moet worden gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot het groepsgewijze werven of inlenen van arbeidskrachten.

AH Online maakte al sinds 2008 veelvuldig gebruik van uitzendkrachten. Deze uitzendkrachten worden ingehuurd via raamovereenkomsten met uitzendbureaus, die elke twee jaar werden vernieuwd na een tenderprocedure. In april 2022 is de voorzitter van de OR geïnformeerd over de afronding van de tenderprocedure en het voornemen van AH Online een aantal raamovereenkomsten aan te gaan met geselecteerde uitzendbureaus. Hierbij werd het standpunt ingenomen dat dit besluit niet adviesplichtig is. De OR heeft echter verschillende keren laten weten betrokken te willen worden bij de besluitvorming in dit kader. Er zijn vervolgens met vier uitzendbureaus raamovereenkomsten gesloten zonder advies aan de OR te vragen.

De Ondernemingskamer oordeelde dat er geen advies aan de OR gevraagd hoefde te worden, omdat er geen sprake zou zijn van een afwijking van het gebruikelijke aantrekkingsbeleid. Dit baseerde de Ondernemingskamer op de Memorie van Toelichting bij het betreffende artikel uit de WOR. Met andere woorden: het adviesrecht zou pas aan de orde komen wanneer het zou gaan om een voor de onderneming ongewone groepsgewijze aantrekking van werknemers. Daar was volgens de Ondernemingskamer in dit geval geen sprake van, nu het voor AH Online juist een gebruikelijke gang van zaken was om 2-jarige raamovereenkomsten aan te gaan met uitzendbureaus.

De Hoge Raad oordeelde echter anders en bepaalde dat het besluit van AH Online om raamovereenkomsten aan te gaan met uitzendbureaus wel degelijk onder het adviesrecht van de OR viel: de OR komt een adviesrecht toe met betrekking tot elk voorgenomen besluit tot groepsgewijze inlening van arbeidskrachten.

De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de brede reikwijdte van het adviesrecht van de OR bij beslissingen omtrent het inlenen van arbeidskrachten, ongeacht of deze al dan niet afwijken van het gebruikelijke aanstellingsbeleid van de onderneming.

Overleg

Het is van belang voor bedrijven om bij dergelijke beslissingen tijdig en adequaat overleg te voeren met de OR. Deze uitspraak onderstreept het belang van een nauwgezette naleving van de WOR en een transparante dialoog tussen ondernemingen en hun medezeggenschapsorganen.

Meer informatie of vragen?

Twijfelt u of de OR betrokken moet worden bij een voorgenomen beslissing of heeft u wellicht andere vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust eens contact op met Sanne de Graaff of Yvonne Lagendijk. Zij zijn bereikbaar via 088 627 22 87.