Voorwaarden NOW-regeling

31 maart 2020

Met ingang van 6 april a.s. kan zeer waarschijnlijk een aanvraag voor de NOW-regeling worden ingediend. De details van de NOW-regeling zijn vandaag bekend gemaakt. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten.

Omzetdaling

Bij een omzetdaling van ten minste 20% ontvangt de werkgever een tegemoetkoming in de loonkosten van maximaal 90% naar rato van de omzetdaling. Een werkgever hoeft daarbij niet aan te tonen in welke mate de buitengewone omstandigheden bijdragen aan de omzetdaling van ten minste 20%. Er dient simpelweg sprake te zijn van een omzetdaling in de gekozen periode van drie aaneengesloten maanden. De omzet in deze periode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier. Het kan voorkomen dat de gebruikte tijdvakken voor 2019 niet representatief zijn, bijvoorbeeld door groei van de onderneming of seizoenspatronen. Een correctie is helaas niet mogelijk.

Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de (verwachte) omzetdaling op het niveau van de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen (groeps- of dochtervennootschappen) geldt de omzetdaling op concernniveau. Bij meerdere loonheffingsnummers geldt dat er meerdere aanvragen dienen te worden ingediend, met dien verstande dat het omzetverlies voor de gehele onderneming en dus per aanvraag hetzelfde is.

Aanvraagperiode

De NOW-regeling kan in eerste instantie worden aangevraagd voor een periode van drie aaneengesloten maanden, ingaande per 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Houd bij de aanvraag rekening met de te verwachten omzetdaling. Bijvoorbeeld, het kan gunstiger zijn om de regeling later te laten ingaan, indien de omzet al standaard lager is in de zomermaanden en de te verwachten effecten van de Corona-crisis deze omzet verder laten dalen. Dit omdat er dient te worden vergeleken met de gemiddelde omzet van 2019.

Loonkosten

Onder loonkosten worden de loonsom en vooraf bepaalde aanvullende lasten en kosten begrepen. Voor de loonsom wordt van het sociale verzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen uitgegaan, met een maximum van € 9.538 bruto per maand. Ook aanvullende lasten en kosten, zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag, worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen. Hier vallen vakantiebijslag, pensioenkosten en sociale premies onder.

Ter illustratie, indien een werknemer € 3.000 bruto per maand exclusief vakantiebijslag ontvangt en er bij de werkgever sprake is van een omzetdaling van 100%, dan is de rekensom:

100% x 3.000 x 1,3 x 3 maanden x 90% = € 10.530 te ontvangen als tegemoetkoming in de loonkosten voor drie maanden (subsidie).

Voor wie

De ondersteuning betreft een subsidie voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Werkenden met een zogenaamde 'fictieve dienstbetrekking' vallen daarmee wel onder de reikwijdte van de regeling, niet-verzekerde en vrijwillig verzekerde DGA’s niet.

De regeling geldt ook voor werknemers met een flexibel contract (oproepcontract, uitzendovereenkomst, etc.). Werkgevers kunnen ook subsidie ontvangen voor deze werknemers, voor zover zij in dienst blijven en loon ontvangen van de werkgever gedurende de periode waarover de subsidie wordt verstrekt. De omvang van het aantal door te betalen uren wordt overgelaten aan de werkgever, met de opmerking dat de betaling van het eerste voorschot is gebaseerd op de loonsom in de maand januari 2020. Afwijkingen van deze loonsom zullen dus achteraf resulteren in correcties, naar boven of naar beneden.

Aanvraagprocedure en voorschot

Bij de aanvraag dienen in ieder geval de volgende aspecten te worden vermeld:

a. of de werkgever na 31 augustus 2019 een wtv-aanvraag heeft ingediend;
b. het dossiernummer van deze aanvraag;
c. de verwachte omzetdaling, uitgedrukt in hele procenten, afgerond naar boven;
d. in welke aaneengesloten periode van drie kalendermaanden binnen de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020 de werkgever een omzetdaling verwacht;
e.
het loonheffingennummer; en
f.
het rekeningnummer waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt.

Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal het UWV een voorschot verlenen van 80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt er naar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken.

Achteraf dient de aanvraag te worden onderbouwd met een accountantsverklaring. Voor (kleine) werkgevers / MKB zal mogelijk een minder vergaande controlemethodiek worden geïntroduceerd. Over de invulling en voorwaarden van de accountantsverklaring wordt later nadere informatie verschaft.

Ontslag

Het is niet toegestaan om bij gebruikmaking van de NOW-regeling na 17 maart 2020 en/of gedurende de periode waarover subsidie wordt aangevraagd, een ontslagaanvraag bij het UWV in te dienen. Vaststellingsovereenkomsten en ontslagen in de proeftijd zijn wel toegestaan. Bij overtreding van dit verbod dient de verkregen subsidie voor de betreffende werknemers waar voor een ontslagverzoek is ingediend, te worden terugbetaald, inclusief een verhoging van 50%.

Advies

Denk goed na over de periode waarover u subsidie wenst te ontvangen en hoe u omgaat met werknemers met een flexibel arbeidscontract. Inventariseer daarnaast of u zich in de NOW-periode inderdaad kunt committeren aan het niet indienen van een of meerdere ontslagaanvragen bij het UWV. Wij denken graag met u mee, zodat u optimaal gebruik kunt maken van de NOW-regeling.

U kunt uiteraard te allen tijde contact met ons opnemen.