Toch einde dienstverband bij ziekte uitzendovereenkomst!

4 maart 2021

Uitzendbeding vernietigbaar bij ziekte

Op 17 maart 2020 heeft Gerechtshof Den Haag geoordeeld dat het uitzendbeding nietig is, indien een uitzendkracht zich ziek meldt. Dit arrest was baanbrekend binnen de flexbranche, omdat al jaren gold dat een uitzendovereenkomst automatisch eindigde bij ziekte vanwege het uitzendbeding.

Aangezien het uitzendbeding alleen in werking kan treden op verzoek van een opdrachtgever en het uitzendbeding in de cao zich derhalve niet verdraagt met de wettelijke regeling in artikel 7:691 BW, is er uiteindelijk geen cassatie ingesteld.

Wij hebben destijds onder andere het advies gegeven om de opdrachtgever (te verzoeken) bij een ziekmelding van de uitzendkracht expliciet de terbeschikkingstelling te laten opzeggen, zodat (meer) wordt aangesloten bij artikel 7:691 BW, alsmede het advies om meer te gaan werken met kortdurende detacheringsovereenkomsten.

Kortdurende detacheringsovereenkomsten

Het voordeel van werken met kortdurende detacheringsovereenkomsten in de flexbranche is dat deze over het algemeen goedkoper zijn voor de organisatie (vanwege uitsluiting loondoorbetalingsverplichting en besparing op de reservering voor wachtdagcompensatie en kort verzuim) dan een uitzendovereenkomst met uitzendbeding, zeker als de organisatie eigenrisicodrager is.

Opnemen van een einddatum

Ook kon er worden gedacht aan het opnemen van een einddatum in een uitzendovereenkomst met uitzendbeding, zodat er geen sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd.

Update

Op 18 januari jl. heeft Rechtbank Rotterdam echter bepaald dat een beroep op het uitzendbeding tijdens ziekte wel degelijk rechtsgeldig is, indien de opdrachtgever te kennen geeft de opdracht te eindigen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat een opdrachtgever om welke reden dan ook de inlening mag eindigen, dus ook vanwege ziekte. Daarnaast is van belang dat de zaak bij Gerechtshof Den Haag handelde over het uitzendbeding in de cao (dat zich ingeval van ziekte dus niet verdraagt met de wettelijke regeling in artikel 7:691 BW), terwijl het in de zaak bij Rechtbank Rotterdam een tussen partijen overeengekomen uitzendbeding (conform artikel 7:691 BW) betrof.

De werking van het uitzendbeding is dus waarschijnlijk niet zo beperkt als werd aangenomen, maar er dient wel een extra stap te worden genomen door de opdrachtgever (te verzoeken) bij een ziekmelding van de uitzendkracht expliciet de terbeschikkingstelling te laten opzeggen, zodat er (meer) wordt aangesloten bij artikel 7:691 BW.

Conclusie

Het werken met uitzendbedingen staat dus iets minder onder druk.

Mocht u nog vragen hebben over het uitzendbeding (tijdens ziekte) of heeft u vragen over flexibele arbeid, neem dan gerust contact op met een van de flexspecialisten van Pellicaan Advocaten. Wij denken graag met u mee.