Slapende dienstverbanden? 1 april!

1 april 2020

Het is geen grap, maar kan bij veel werkgevers wel een glimlach doen verschijnen, zelfs in deze bijzondere tijden. Op 1 april 2020 is namelijk de Wet compensatieregeling transitievergoeding (WCT) in werking getreden. Werkgevers kunnen vanaf 1 april 2020 een verzoek indienen om de transitievergoeding – die is betaald ter beëindiging van een slapend dienstverband – te laten compenseren.

Een slapend dienstverband ontstaat wanneer een werknemer meer dan twee jaar ziek is. De arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer kan na verloop van twee jaar worden beëindigd als de werknemer niet in staat is om (de eigen) arbeid te verrichten en er geen reële kans op herstel is.

Door de invoering van de transitievergoeding per 1 juli 2015 waren werkgevers echter minder geneigd de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer te beëindigen. Dit zou namelijk betekenen dat werkgevers de arbeidsovereenkomst alleen konden opzeggen onder toekenning van de transitievergoeding. Door deze problematiek zijn de zogeheten ‘slapende dienstverbanden’ ontstaan. Zieke werknemers bleven na twee jaar loondoorbetaling tijdens ziekte in dienst bij de werkgever. Zij verrichtten vaak geen werkzaamheden meer, terwijl de werkgever geen loon doorbetaalde.

In november 2019 heeft de Hoge Raad – nadat in de lagere rechtspraak hieromtrent wisselend werd geoordeeld – echter besloten dat deze praktijk niet langer kon worden toegestaan. Kort gezegd komt het er op neer dat werkgevers op basis van het goed werkgeverschap de plicht hebben om een slapend dienstverband met de werknemer te beëindigen onder toekenning van de (wettelijke) transitievergoeding. Van belang voor de uitspraak van de Hoge Raad was (onder meer) de op handen zijnde WCT, beoogd om werkgevers te compenseren voor het betalen van  de transitievergoeding aan de (zieke) werknemer.

Zoals gezegd is de WCT per 1 april 2020 in werking getreden. Werkgevers kunnen met ingang van deze datum de uitbetaalde transitievergoedingen (deels) terugvragen. De compensatie die werkgevers ontvangen hoeft echter niet gelijk te zijn aan de betaalde transitievergoeding.

De compensatie wordt namelijk berekend tot het moment waarop het dienstverband een slapend dienstverband is geworden. Veel werkgevers hebben echter – zeker voor de uitspraak van de Hoge Raad – de transitievergoeding over het gehele dienstverband berekend, inclusief de periode waarin het dienstverband slapend is gehouden. Over deze periode krijgt de werkgever dan géén compensatie.

Verder dient te worden vermeld dat de WCT terugwerkende kracht heeft. Dit houdt in dat elke transitievergoeding aan het einde van een slapend dienstverband in aanmerking komt voor compensatie, ongeacht of de transitievergoeding is betaald in augustus 2015 of in maart 2020. De werkgever moet wel kunnen aantonen dat de transitievergoeding is betaald om het slapende dienstverband te doen eindigen.

Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de dag na het einde van het opzegverbod tijdens ziekte ligt op of na 1 juli 2015. Als de arbeidsovereenkomst voor 1 juli 2015 kon worden beëindigd, bestond geen recht op een transitievergoeding en komt de transitievergoeding ook niet in aanmerking voor compensatie. Dergelijke situaties kunnen ingewikkeld zijn en voer voor discussie.

Let echter wel op de berekening van de transitievergoeding! Tot 1 januari 2020 was de berekening anders dan met ingang van 1 januari 2020. De berekening van de transitievergoeding is – als onderdeel van de WAB –  versimpeld. Indien de beëindiging is vormgegeven voor 1 januari 2020, zal worden gerekend met de oude berekening, ook voor de compensatie. Echter, indien de beëindiging is vormgegeven na 1 januari 2020, zal worden gerekend met de nieuwe berekening, wederom ook voor de compensatie.

Wij begrijpen dat – sinds het uitbreken van de Corona-crisis – niet iedere werkgever tijd, gelegenheid en/of energie heeft om compensatie voor de transitievergoeding aan te vragen. Toch is het belangrijk uiterlijk op 30 september een verzoek tot compensatie van de betaalde transitievergoeding te hebben gedaan voor zogenaamde ‘oude gevallen’ (tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020). Na het indienen van het verzoek heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk 6 maanden om uw aanvraag te beoordelen. Wanneer de stukken goed, zorgvuldig en duidelijk zijn aangeleverd, kan het de beslissing omtrent de compensatie bespoedigen. Indien u dit wenst, kunnen wij u hierbij uiteraard ondersteunen.

Ook in het geval u één of meerdere slapende dienstverbanden heeft beëindigd maar u weet niet of, hoe en tot welk bedrag u in aanmerking komt voor compensatie, kunt u contact met ons opnemen. Wij helpen u graag verder. U kunt ook een e-mail sturen naar Patrick Kap, patrick.kap@pellicaan.nl of bellen naar 088 627 22 87.