Indexering pensioen bij verzekeraar levert discussie op

26 maart 2021

Het feit dat het aantal verzekerde middelloonregelingen bij een verzekeraar in de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen, betekent niet dat er niet regelmatig discussie is over de toegezegde indexatie(toeslag). Deze discussie komt voort uit het gekozen product en de hierbij behorende, voorwaardelijke, indexatieafspraken. Ook het premievrij maken van een regeling zorgt doorgaans voor een wijziging in de indexatie.

Het juridische kader

De pensioenaanspraken van een werknemer volgen uit het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. Hierin staat beschreven op welke wijze de pensioenopbouw plaatsvindt en of toeslagen een onderdeel zijn van de pensioenregeling. Een onvoorwaardelijk toegezegde toeslag zal te allen tijden moeten worden toegekend en dus zal de uitvoerder hiervoor een premie moeten vragen. Bij het eindigen van de opbouw zullen alle toekomstige toeslagen gefinancierd moeten zijn en dat levert bij een toeslag op basis van de loon- of prijsindex een aardige uitdaging op. Recente rechtspraak heeft aangetoond dat het niet is toegestaan om een onvoorwaardelijk toegezegde toeslag in de toekomst te wijzigen.

Een voorwaardelijke toeslag is doorgaans afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering. Bij veel verzekerde pensioenregelingen komt deze financiering voort uit de beschikbare overrente. Hiervan is sprake indien de verzekeraar op het pensioenvermogen een hoger rendement behaalt dan hetgeen in de premie is verwerkt. Deze overrente kan in een apart toeslagendepot worden gestort. Ook is het mogelijk dat de overrente toekomt aan de werkgever en dat deze hem aanwendt voor de financiering van de toegezegde toeslag.

De casus

Dat het systeem van overrentedeling in combinatie met toeslagen tot de nodige discussie kan leiden, laat de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden zien. In deze casus is sprake van een middelloonregeling met voorwaardelijke toeslagverlening. Deze toeslag wordt gefinancierd ten laste van de overrente. In de praktijk werd deze overrente geboekt in de rekening-courant van de werkgever ten laste waarvan ook de benodigde koopsom voor de indexatie werd geboekt.

In het pensioenreglement is opgenomen dat ingegane pensioenen jaarlijks op 1 januari zouden worden verhoogd met de loonindex. De financiering hiervan komt uit de beschikbare overrente. Indien deze niet toereikend is om de verhoging te financieren zal de verhoging worden aangepast aan de beschikbare overrente.

Naar de mening van een groep ex-werknemers legt de werkgever het pensioenreglement onjuist uit waar het gaat om de toeslagen en daarnaast is er door de verzekeraar een fout gemaakt bij de berekening van de toeslagen voor welke fout de werkgever aansprakelijk is.

Doordat het betreffende pensioencontract met de verzekeraar op enig moment premievrij is gemaakt en door de werkgever bij een andere verzekeraar is voortgezet, is op enig moment de overrentedeling stopgezet en volgt er dus geen toeslagverlening meer. Een en ander conform de gemaakte juridische afspraken.

Overwegingen rechtbank

De discussie waarover het gerechtshof zich mocht buigen, ziet hoofdzakelijk op de exacte invulling van de indexering. Naar de mening van de betreffende werknemers moet de volledige overrente worden aangewend voor de indexatie van de pensioenaanspraken waarbij een overschot in enig jaar moet worden gebruikt ter compensatie van een tekort in een ander jaar. Naar de mening van de werkgever komt een eventueel overschot in enig jaar aan hem toe en wordt een tekort aan overrente gevolgd door een verlaging van de toeslag in dat jaar.

Aangezien het pensioenreglement de aanspraken regelt van de (ex-)werknemers van de werkgever moet worden uitgegaan van alle omstandigheden die voor het concrete geval van belang zijn. Gewaardeerd naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Het gaat dan om een objectieve uitleg van de betreffende bepalingen, rekening houdend met de aard en strekking van de bepalingen en de in het reglement gebruikte formuleringen.

Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een voorwaardelijke toeslag en dat deze enkel wordt toegekend indien de overrente toereikend is. De financiering is geregeld in een apart artikel waarbij een verwijzing is opgenomen naar de geldende verzekeringsvoorwaarden. Deze zijn dus geïncorporeerd in het pensioenreglement en dus ook geldend jegens de werknemers. 

Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de verzekeringsvoorwaarden dat alle vorderingen van de verzekeraar en van de werkgever verlopen via de rekening-courant van de werkgever. Dit geldt dus ook voor de overrentedeling. Nergens uit de tekst blijkt dat de werkgever een overschot moet reserveren voor toekomstige toeslagverlening. Per jaar dient te worden gekeken of er sprake is van overrente waardoor er een toeslag wordt verleend. Deze toeslag is dan begrensd tot hetgeen uit de overrente van dat jaar is te financieren, met een absoluut maximum van de afgesproken loonindex.

Hoewel de pensioengerechtigden stellen dat deze uitleg een niet aanvaardbaar rechtsgevolg heeft, omdat hiermee niet wordt voldaan aan de indexatie-ambitie, ziet het gerechtshof geen aanleiding tot een andere conclusie.

De verzekeraar heeft wel toegegeven dat de overrente in de betreffende jaren is gebruikt voor de toeslagverlening op de pensioenaanspraken van een te grote groep deelnemers. Het gevolg hiervan is dat de gerechtigden tot de toeslag een te lage toeslag hebben ontvangen. Dit heeft tot gevolg dat de werkgever alsnog moet zorgen voor de correcte toeslagverlening aan de betreffende groep gerechtigden. Een beroep op verrekening van een aanvullende toeslag die vele jaren later is toegekend, alsmede een beroep op verjaring, mag de werkgever niet baten. Dit gedeelte van de schade, dat is ontstaan door toedoen van de verzekeraar, komt voor rekening van de werkgever.  

De praktijk

Het systeem van overrentedeling in combinatie met het verlenen van toeslagen op de opgebouwde pensioenaanspraken heeft al voor de nodige teleurstelling gezorgd. Het afnemen van de onderliggende rentemaatstaf (doorgaans het zogenaamde 'u-rendement') heeft tot gevolg gehad dat veel overrentesystemen negatief zijn geworden op enig moment. Dit heeft ervoor gezorgd dat veel toeslagverwachtingen van deelnemers niet zijn uitgekomen.

Dat er zelfs een discussie te voeren is over de aanwending van een overschot aan overrente is redelijk uniek. Naar de letter van de juridische documenten is het oordeel van het gerechtshof wel correct te noemen zijn. Of partijen dit ook echt zo hebben bedoeld, valt sterk te betwijfelen. Dat de betreffende werknemers zich benadeeld voelen, leidt geen twijfel. Het feit dat de werkgever opdraait voor de fout welke de verzekeraar heeft gemaakt, is dan weer wel bijzonder te noemen.

Voor meer informatie over alle pensioengerelateerde onderwerpen kunt u contact opnemen met Paul van Ravenzwaaij, paul.vanravenzwaaij@pellicaan.nl.