Hof van Justitie: Commercieel belang kan ook een gerechtvaardigd belang zijn

31 oktober 2024

Het Hof van Justitie van de EU (‘HvJ-EU’) heeft op 7 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan op het gebied van de uitleg van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’ als grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming ( ‘AVG’). De uitspraak kan mogelijk van groot belang zijn voor de verwerking van persoonsgegevens in Nederland.

Casus

In de zaak ging het om het volgende. Wanneer iemand lid wordt bij een tennisvereniging die is aangesloten bij de KNLTB, de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond, wordt deze persoon automatisch lid van de KNLTB. Hierbij worden onder andere de naam, woonadres, telefoonnummer en e-mailadres gedeeld met de KNLTB. In 2018 heeft de KNLTB bepaalde persoonsgegevens van haar leden (onder meer namen, adressen, telefoonnummers, geboortedata en e-mailadressen) verkocht aan sponsoren, de Nederlandse Loterij Organisatie (‘NLO’) en TennisDirect. Vervolgens hebben de leden van KNLTB mails ontvangen vanuit deze organisaties met tennis gerelateerde advertenties.

De leden van de KNLTB menen dat hun persoonsgegevens zonder grondslag, en dus onrechtmatig, zijn verkocht aan NLO en TennisDirect en hebben hierover een klacht ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’). De AP heeft vastgesteld dat de gegevens zijn gedeeld zonder rechtmatige grondslag en heeft een boete aan de KNLTB opgelegd van € 525.000. De KNLTB is tegen dit besluit in beroep gegaan bij de rechtbank.

In die procedure ging het vooral over de vraag of de KNLTB een beroep kan doen op gerechtvaardigd belang als grondslag om de persoonsgegevens aan haar sponsoren te verkopen. De AP stelt dat een gerechtvaardigd belang slechts een in een wet verankerd belang kan zijn. Hier valt een commercieel belang niet onder. De KNLTB is van mening dat ieder belang een gerechtvaardigd belang kan zijn, zolang het niet in strijd is met de wet. Daarop heeft de rechtbank die vraag voorgelegd aan het HvJ-EU.

Antwoord HvJ-EU

Allereerst overweegt het HvJ-EU dat het doel van de AVG is om een hoge mate van bescherming van persoonsgegevens te garanderen. Daarom moet iedere verwerking van persoonsgegevens rechtmatig, behoorlijk en transparant zijn.
Het HvJ-EU oordeelt dat in beginsel een breed scala aan belangen een gerechtvaardigd belang kunnen opleveren en dat niet is vereist dat het belang bij wet moet zijn vastgelegd. Wel moet het gerechtvaardigde belang rechtmatig zijn en moeten de betreffende betrokkenen worden geïnformeerd over wat die gerechtvaardigde belangen zijn. Het HvJ-EU benadrukt dat daarnaast nog aan de twee andere vereisten (noodzaak en belangenafweging) moet zijn voldaan.

Allereerst moet de verwerking van de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter behartiging van het gerechtvaardigd belang. In dat verband moet worden beoordeeld of de gegevensverwerking niet verder gaat dan strikt noodzakelijk voor het gerechtvaardigd belang. Ook moeten zo min mogelijk persoonsgegevens worden verwerkt om het gewenste doel te bereiken (dataminimalisatie). Het HvJ-EU geeft in dit verband aan de rechtbank mee om te beoordelen of het voor de KNLTB mogelijk was om vooraf haar leden te informeren en om toestemming te vragen met het oog op het delen van hun persoonsgegevens voor marketing en reclame.

Los van het noodzakelijkheidsvereiste moet ook een belangenafweging plaatsvinden tussen het gerechtvaardigd belang van de KNLTB en de individuele rechten van de betrokkenen. De belangen van de betrokkenen zullen met name zwaarder wegen als de betrokkenen de verwerking van persoonsgegevens voor marketing- en reclame doeleinden redelijkerwijs niet konden verwachten.

Concreet wijst het HvJ-EU de rechtbank er op dat de persoonsgegevens van de leden van de KNLTB zijn gedeeld met de NLO, een aanbieder van kans- en casinospelen. Het HvJ-EU betwijfelt of het delen van de persoonsgegevens van leden met dergelijke partijen relevant is voor en past binnen de verhouding tussen de KNLTB en haar leden.

Conclusie

Anders dan de AP van mening is, kan een zuiver commercieel belang dus wel een gerechtvaardigd belang zijn. Daarbij maakt het HvJ-EU wel een aantal belangrijke kanttekeningen, zodat het de vraag is of de KNLTB in dit specifieke geval een beroep kon doen op deze grondslag. Met name is het daarbij de vraag of de leden van de KNLTB mochten verwachten dat de KNLTB hun persoonsgegevens met een aanbieder van kansspelen zou delen.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het gebruik van gerechtvaardigd belang als grondslag om persoonsgegevens te verwerken of wilt u hierover van gedachten wisselen met een expert? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze experts op het gebied van Privacy. Wij denken graag met u mee over de mogelijkheden.