Het einde van de privacy van donateurs van goede doelen organisaties

3 januari 2019

Op 21 december 2018 is een internetconsultatie van start gegaan die – als een wet volgens het consultatievoorstel wordt aangenomen – een einde zal maken aan de privacy van een grote groep donateurs van goede doelen organisaties.

Onderstaand artikel is gepubliceerd op het ondernemingsrechtblog van Ellen Timmer.

Inhoud consultatievoorstel

Het consultatievoorstel legt verplichtingen op aan stichtingen, verenigingen, kerkgenootschappen en gelijksoortige entiteiten, hierna ‘goededoelenorganisaties’ genoemd. Volgens het voorstel moet iedere goededoelenorganisatie binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een donatieoverzicht opstellen met alle donaties van € 15.000 of meer in het boekjaar. Op het overzicht worden vermeld:

  • het bedrag van de donatie
  • de naam en de woonplaats/zetel van degene die de donatie heeft gedaaan
  • datum van ontvangst van de donatie
  • de datum van het opstellen van het donatieoverzicht

Bij kerkgenootschappen moet soms nog extra informatie worden vermeld.

Het donatieoverzicht moet binnen acht dagen na het opstellen via de website van de goededoelenorganisatie openbaar worden gemaakt en moet gedurende zeven jaar rechtstreeks en permanent toegankelijk zijn. Als de goededoelenorganisatie geen website heeft, wordt het donatieoverzicht openbaar gemaakt door deponeren bij het handelsregister. Na afloop van de zeven jaarstermijn moeten de persoonsgegevens van de donateurs worden verwijderd.

Een uitzondering op de openbaarmaking van persoonsgegevens van donateurs is alleen mogelijk als het naar het oordeel van de Minister van Rechtsbescherming, gelet op het belang van de veiligheid van die persoon, is aangewezen. Dat betekent dat het niet eenvoudig zal zijn om aanspraak te maken op een uitzondering.

Reden?

Voor dit plan geeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dat het voorstel heeft opgesteld, als reden dat met de openbaarmaking van donateurs van goede doelen de misdaad kan worden bestreden.

Opvallend is dat een analyse van de typen goededoelenorganisaties ontbreekt. Als wordt voorgesteld om een dergelijke wet te maken, mag je van een zorgvuldige overheid verwachten dat de not-for-profit (stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen) niet op één hoop worden gegooid. Het zou kunnen zijn dat het risico op onwenselijke beïnvloeding in specifieke sectoren speelt, zoals kerkgenootschappen en motor- en autoclubs. De maatregelen zouden dan kunnen worden gericht op die specifieke groepen.

Donateurs die invloed kopen

Uit de concept toelichting blijkt dat het Ministerie meent dat een donateur die € 15.000 of meer schenkt daarmee “invloed kan kopen“. Elders staat dat met een dergelijke donatie “significante invloed” kan worden gekocht en ook wordt gezegd dat bij dat bedrag het risico op ongewenste beïnvloeding groot zou zijn.

Een toelichting waarop deze veronderstelling is gebaseerd, ontbreekt. Dit is een vreemde gedachte nu er veel grote goededoelenorganisaties zijn, die niet van € 15.000 onder de indruk zijn, maar ook een kleine goededoelenorganisatie die incidenteel
€ 15.000 ontvangt, zal zich niet zo maar laten beïnvloeden. Op zijn minst mag worden verwacht dat aan een dergelijke verplichting onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek ten grondslag ligt.

Anders gezegd: is het nodig dat de namen van 1.000 donateurs openbaar worden gemaakt, omdat er 1 onfatsoenlijke donateur tussen zit?

Apart is dat bij de keuze voor € 15.000 wordt aangeknoopt bij een voorheen op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) geldende norm. Voorheen gold onder de Wwft dat als een verkoper van zaken een contante betaling van € 15.000 of meer ontving, hij cliëntenonderzoek naar de koper moest doen. Dat bedrag is sinds 25 juli jl. verlaagd naar € 10.000. Mij lijken dat de normen van de Wwft in het geheel niets te maken hebben met het onderwerp van dit consultatievoorstel.

Ook bijzonder: maatschappelijke organisaties “die minder kwetsbaar worden geacht voor onwenselijke beïnvloeding” kunnen bij amvb worden vrijgesteld van de verplichting tot het openbaar maken van het donatieoverzicht “op basis van objectieve, niet-discriminatoire criteria“. Is er een menselijk wezen die dat kan vaststellen?

Geldstromen

Het Ministerie schrijft dat door de verslaglegging een completer beeld kan worden verkregen van geldstromen naar goededoelenorganisaties. Waarom dat wordt bereikt via het openbaar maken van de namen van alle donateurs die meer dan € 15.000 schenken is voor mij een raadsel.

Criminaliteitsbestrijding

De gedachte van het Ministerie is dat door het openbaar maken van de namen van de goede gevers criminaliteit kan worden bestreden. Hoewel een onderbouwing ontbreekt, wordt beweerd dat de openbaarmaking noodzakelijk en evenredig zou zijn, onder meer om ongewenste buitenlandse financiering van Nederlandse goededoelenorganisaties te bestrijden.

De toelichting gaat niet in op de vraag waarom dat zou moeten plaats vinden door het openbaar maken van de namen van nette burgers (de donateurs). Alternatieve mogelijkheden worden niet besproken.

Gevolgen
Er spelen hier meerdere thema’s:

[1] Is het gewenst dat goededoelenorganisaties een afzonderlijke donateursadministratie bij houden en bepaalde persoonsgegevens van donateurs administreren en zijn de inspanningen evenredig aan het doel (criminaliteitsbestrijding)? Als een grote meerderheid van de donateurs/donaties niets te maken heeft met criminaliteit of ongewenste beïnvloeding, is het dan proportioneel en evenredig om alle goededoelenorganisaties lastig te vallen met administratie- en openbaarmakingsverplichtingen.

[2] Is het gewenst dat de namen en woonplaatsen van alle € 15.000+  donateurs openbaar worden gemaakt? Gezien hoogte van de drempel omvat de doelgroep niet alleen miljonairs. Ook de middengroepen worden door het voorstel getroffen. Aan de hand van de donaties kan het profiel van de donateurs worden verbeterd en kan ook het nodige over het inkomen worden afgeleid. Is het proportioneel en evenredig om alle nette burgers die schenkingen doen lastig te vallen met deze openbaarmakingsverplichting?

[3] Zijn er alternatieven om ongewenste beïnvloeding in beeld te krijgen en tegen te gaan? Uit de consultatietoelichting blijkt niet dat het Ministerie heeft nagedacht over alternatieven, laat staan dat wordt aangegeven waarom die alternatieven verworpen zijn.
Een alternatief kan zijn dat de regels voor stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen wordt verbeterd, zodat het makkelijker wordt om onderzoek bij dergelijke organisaties in te stellen, als er signalen van ongewenste beïnvloeding zijn.

Er zijn altijd meerdere wegen naar Rome. Het Ministerie laat na aan te geven waarom uitsluitend voor deze weg is gekozen.

Mijn standpunt: het openbaar maken van de namen van donateurs die € 15.000 of meer hebben geschonken is een disproportionele maatregel die onnodig de privacy van die donateurs schendt. Bestrijding van ongewenste beïnvloeding kan ook via andere methoden.

Tot slot: datahandelaren profiteren
Handelaren in persoonsgegevens (datahandelaren) zullen bijzonder blij zijn met de donatiegegevens die zij via de websites van goededoelenorganisaties kunnen oogsten. Het zal bijdragen aan de nauwkeurigheid van de profielen die zij aanleggen van iedere Nederlandse burger. Zo kan schenking aan een goed doel in de medische sector een indicatie zijn dat bepaalde ziekten in een bepaalde familie voorkomt.