De waarde van een vakantiedag in de transportsector (deel II)

20 februari 2019

In november 2018 schreef ik reeds een artikel over dit onderwerp. In de transportbranche bleek namelijk dat er jarenlang te weinig loon werd betaald over vakantiedagen (onder meer structurele toeslagen en overuren).

Een aantal jaar geleden had het Europese Hof al bepaald dat het vakantieloon niet mag worden beperkt tot het basisloon. Een werknemer moet ook tijdens zijn vakantie het gebruikelijke loon krijgen dat hij zou hebben gekregen als hij geen vakantiedag had opgenomen. Dit betekent voor de transportbranche dat structurele toeslagen, zoals onregelmatigheidstoeslagen, overwerk en vergoedingen voor het werken op zaterdag, zondag en feestdagen (etc.) ook moeten worden gerekend tot het loon dat wordt doorbetaald tijdens vakantie. Daarvoor zou een referteperiode moeten worden gekozen waarbij het gemiddelde aan structurele toeslagen en overuren per (vakantie)dag wordt berekend.

De toekomst

Inmiddels is dit voor de toekomst gerepareerd in artikel 67 a lid 9 Cao Beroepsgoederenvervoer:

Met ingang van 1 januari 2019 bestaat de waarde van de 20 wettelijke vakantiedagen en van 2 van de bovenwettelijke vakantiedagen die vanaf 1 januari 2019 worden opgebouwd, uit de volgende onderdelen:

- het functieloon van 1 dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag;

- het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37), de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art. 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55).

In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegenomen in de berekening; het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden.

In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75% van het functieloon.' 

Sinds 1 januari 2019 tellen de volgende looncomponenten (indien structureel) dus mee bij het betalen van het loon over de vakantiedagenpersoonlijke toeslag (art. 23):

  • ploegendiensttoeslag (art. 36)
  • vuilwerktoeslag (art. 38 A)
  • onregelmatigheidstoeslag (art. 55)
  • eendaagse nachtrit / toeslagenmatrix (art. 37)
  • koudetoeslag (art. 38 B)
  • consignatievergoeding (art. 42)
  • reistijd mobiele kranen (art. 47)
  • overuren + toeslag
  • zaterdaguren (> 40 uur/week)
  • zaterdagtoeslag
  • zondaguren (>40 uur/week)
  • zondagtoeslag

Het verleden

Voor het verleden hebben de cao -partijen de volgende afspraak (artikel 67 a lid 9 b. cao) gemaakt:

'9.b Iedere werknemer in loonschaal A’ tot en met loonschaal H die gedurende het gehele kalenderjaar 2018 bij werkgever in dienst is geweest en in dat jaar minimaal 100 uren heeft gewerkt waar een toeslag aan verbonden is, niet zijnde de ploegen- en de persoonlijke toeslag, heeft in 2019 recht op een eenmalige uitkering van € 750,- bruto, welke zal worden uitgekeerd in 3 termijnen van € 250,- bruto, uit te betalen op 31 maart, 30 juni en 30 september 2019. Voorwaarde hiertoe is dat de werknemer afstand doet van zijn rechten aangaande de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen in de jaren 2014-2018.'

Algemeen verbindend verklaring

De bovenstaande cao-afspraken zijn ook naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een algemeen verbindend verklaring, zodat de regeling voor alle transportbedrijven geldt, ongeacht of ze lid zijn van TLN of de VVT.

Afstandsverklaring

Op de website van TLN zijn twee model afstandsverklaringen te downloden voor werkgevers, die zijn aangesloten. Klik hier voor de modellen.

Claim of stuiting verjaring

Werknemers kunnen daarentegen op de site van CNV een modelbrief downloaden, waarin zij aanspraak maken op achterstallig salaris voor de periode van 2013 tot 2018. Met deze brief wordt tevens de verjaringstermijn (5 jaar) gestuit. Klik hier voor de modelbrief.

Proefprocedures

CNV Vakmensen is vorig jaar voor drie van haar leden twee proefprocedures begonnen: één tegen GCA en een tegen Geodis. Zij vorderden namens deze werknemers een nabetaling over de afgelopen vijf jaar (gezien de verjaringstermijn). Het ging gemiddeld per werknemer om zo’n € 6.000 bruto. Het lijkt er op dat deze proefprocedures inmiddels zijn gestopt, nadat er op cao-niveau een akkoord werd bereikt voor de toekomst en het verleden (door middel van de afstandsverklaring in ruil voor € 750 bruto).

Stand van zaken

Het komt er praktisch op neer dat werknemers niet kunnen worden verplicht akkoord te gaan met de afstandsverklaring in ruil voor € 750 bruto. In de praktijk worden deadlines genoemd variërend van 1 maart 2019 tot 31 maart 2019. Indien een werknemer niet akkoord gaat, krijgt hij geen € 750 bruto. Wel behoudt hij zich dan het recht voor om zijn daadwerkelijke achterstallige loon over de vakantiedagen te claimen, maar dan doet hij er verstandig aan om de verjaring (elke 5 jaar) te stuiten. Dit hoeft niet per se via een brief van CNV, maar kan uiteraard wel. De werknemer zou er dan altijd nog voor kunnen kiezen om individueel of collectief een procedure te starten.

Werkgevers doen er verstandig om voor 31 maart 2019 hun werknemers een afstandsverklaring of een vaststellingsovereenkomst voor te leggen en daarbij tekst en uitleg te geven in een begeleidende brief.

Vragen?

Ben u werkgever of werknemer in de transportbranche en heeft u vragen over de deze vakantiedagenproblematiek? Stuur dan een e-mail naar Richard Ouwerling.