De waarde van een vakantiedag voor werknemers in de transportbranche

14 december 2018

Een aantal jaren geleden heeft het Europese Hof (de hoogste Europese rechter) bepaald (in onder meer de arresten Williams / British Airways en Lock / British Gas Trading Limited) dat het vakantieloon niet mag worden beperkt tot het basisloon. Een werknemer moet ook tijdens zijn vakantie het gebruikelijke loon krijgen dat hij zou hebben gekregen als hij geen vakantiedag had opgenomen. Dit betekent dat structurele toeslagen, zoals onregelmatigheidstoeslagen en vergoedingen voor het werken op zaterdag, zondag en feestdagen (enzovoort) ook moeten worden gerekend tot het loon dat wordt doorbetaald tijdens vakantie.

De waarde van een vakantiedag is op twee momenten relevant:

  1. Tijdens de periode waarin vakantie wordt genoten.
  2. Bij uitbetaling van de openstaande vakantiedagen (doorgaans bij het einde van het dienstverband).

De hierboven genoemde uitspraken van het Europese Hof hebben de afgelopen jaren geleid tot diverse rechtszaken in Nederland, waarbij de (ex-)werknemer telkens claimde recht te hebben (gehad) op doorbetaling van toeslagen en vergoedingen tijdens zijn vakantie (over de afgelopen vijf jaren). Het gaat hierbij om toeslagen en vergoedingen die ook zouden zijn betaald wanneer de werknemer had gewerkt, met uitzondering van onkostenvergoedingen. Uit de uitspraken valt een duidelijke rode draad op te maken; een werknemer mag niet financieel worden belemmerd om vakantie op te nemen. Oftewel: een werknemer moet gedurende zijn vakantie hetzelfde bedrag ontvangen als wanneer hij zou hebben gewerkt.

Gevolgen transportsector

De gevolgen van de uitspraken van het Europese Hof komen (nog) niet terug in de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg (TLN-cao). FNV Transport & Logistiek, CNV en De Unie hebben tijdens de cao-onderhandelingen steeds getracht hierover afspraken te maken met werkgeversorganisatie TLN. De vakbonden vinden dat de uitspraken van het Europese Hof moeten worden nageleefd en de (vaste) toeslagen moeten meetellen bij het vakantieloon. Daarnaast zijn de vakbonden van mening dat ook het gemiste loon over de afgelopen vijf jaren moet worden nabetaald.

Op 19 september 2018 hebben De Unie en de andere vakbonden een derde cao-overleg afgerond met een onderhandelingsresultaat. Afgesproken is dat het gemiddelde geldbedrag van overuren en toeslagen van het afgelopen kalenderjaar tijdens het opnemen van vakantiedagen voortaan ook moet worden doorbetaald . De regeling gaat in op 1 januari 2019. Tevens is er afgesproken dat bepaalde werknemers onder voorwaarden met terugwerkende kracht eenmalig een bruto uitkering krijgen van € 750.

Hieronder ter verduidelijking het onderhandelingsresultaat (bron: www.tln.nl):

"Met ingang van 1 januari 2019 wordt de waarde van de wettelijke vakantiedagen en van 2 van de bovenwettelijke vakantiedagen die vanaf 1 januari 2019 worden opgebouwd, als volgt berekend:

  • het functieloon van 1 dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag;

  • het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37) de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art. 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55). In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegenomen in de berekening; 

  • het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75% van het functieloon.Iedere werknemer in loonschaal A tot en met loonschaal H die gedurende het gehele kalenderjaar 2018 bij werkgever in dienst is geweest en in dat jaar minimaal 100 uren heeft gewerkt waar een toeslag aan verbonden is, niet zijnde de ploegen- en de persoonlijke toeslag, heeft in 2019 recht op een eenmalige uitkering van € 750,- bruto, welke zal worden uitgekeerd in 3 termijnen van € 250,- bruto, uit te betalen op 31 maart, 30 juni en 30 september 2019. Voorwaarde hiertoe is dat de werknemer afstand doet van zijn rechten aangaande de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen in de jaren 2014-2018."

Vakbond CNV is ondertussen twee proefprocedures gestart tegen twee transportbedrijven. Via deze twee proefprocedures wil men duidelijkheid krijgen over de waarde van de vakantiedagen. Het gaat branchebreed om circa 100.000 werknemers die al snel duizenden euro's tegoed zouden hebben van hun (voormalig) werkgever. De claim per werknemer ligt dus hoger dan het bedrag van € 750, juist vanwege het feit dat men met 5 jaar terugwerkende kracht achterstallig salaris kan claimen.

Op 12 oktober jl. is bekend geworden dat de cao partijen TLN, VVT, FNV, CNV en De Unie hebben ingestemd met het bereikte onderhandelingsresultaat over de waarde van een vakantiedag. Er is dan ook sprake van een cao-akkoord. De betrokken cao- partijen zullen het akkoord de komende tijd gaan vertalen naar een cao-tekst die voor algemeen verbindend verklaring zal worden voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit betekent dat de gehele branche daaraan gebonden zal zijn.

Voorwaarde voor de vergoeding van € 750 uit het akkoord is wel dat de werknemer afstand doet van zijn rechten met betrekking tot de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen van de afgelopen 5 jaar. Een modelovereenkomst waarin dit met de werknemers kan worden afgesproken kunnen wij u op verzoek toezenden. Uiteraard kunnen we u ook adviseren wat te doen, indien een of meerdere werknemers niet akkoord zou(den) gaan. 

Uitzendkrachten in de transportsector

Uitzendondernemingen zijn op grond van de ABU- of NBBU-cao verplicht om vanaf dag één de inlenersbeloning toe te passen. Uitzendondernemingen in de Transport en Logistiek zijn dus verplicht om de beloning van hun uitzendkrachten te baseren op de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg.

Uitzendkrachten in de transportsector hebben dus vanaf de eerste dag recht op de inlenersbeloning. De inlenersbeloning bestaat uit de volgende elementen:

  • uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
  • de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting (in tijd en/of geld);
  • toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegendienst;
  • initiële loonstijging;
  • onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie;
  • periodieken.

De uitzendcao's (ABU en NBBU) hebben daarnaast specifiek in hun cao's opgenomen dat het feitelijk loon bij vakantie dient te worden aangevuld met die vergoedingen die de uitzendkracht op grond van de inlenersbeloning zou hebben ontvangen wanneer hij gedurende de vakantie zou hebben gewerkt.

Gevolgen kostprijs voor uitzendbranche

Het juist doorbetalen van het loon bij vakantie met die vergoedingen die de uitzendkracht zou hebben ontvangen als hij in diezelfde periode zou hebben gewerkt, is in de praktijk een bewerkelijk proces. Branchepartijen en stakeholders binnen de uitzendbranche zijn in gesprek over een transparante en praktisch uitvoerbare werkwijze. Tot op heden is hier geen eenduidige vuistregel voor. Uitzendbureaus in de transportsector doen er verstandig aan om de bovengenoemde toeslagen over de vakantie-uren uit te betalen, voor zover zij dit niet reeds deden. Een en ander zal uiteraard wel een kostprijsverhogend effect hebben.

Vragen over beloning vakantiedagen?

Uiteraard houden wij de uitkomst van deze nieuwe cao-bepaling over de waarde vakantiedagen voor u in de gaten. Bent u actief in de transportbranche en heeft u vragen over deze problematiek, neemt u dan contact op met Richard Ouwerling, advocaat arbeidsrecht en gespecialiseerd in de transportsector.