De mythe van gewenste solidariteit binnen pensioen

11 maart 2020

Al jarenlang lopen er (politieke) discussies over de toekomst van ons pensioenstelsel. Deze zijn mede ingegeven door de huidige lage rentestand en het feit dat we steeds langer leven. Ook de Sociaal Economische Raad (SER) heeft hierover een ontwerpadvies uitgebracht wat de basis is van het in juni 2019 tussen het kabinet en de sociale partners gesloten Principeakkoord vernieuwing pensioenstelsel (het PensioenAkkoord).

Het PensioenAkkoord

Het PensioenAkkoord gaat uit van een neutrale vorm van pensioenopbouw, het loslaten van het sturen op nominale zekerheid, de overstap op premieregelingen en de introductie van meer keuzemogelijkheden. Uitgangspunt blijft wel een verplichte pensioenopbouw, die er voor zorgt dat de overgrote meerderheid van de werknemers pensioen opbouwt. En collectieve uitvoering die het mogelijk maakt om de kosten laag te houden.

Een van de belangrijkste pijlers in ons huidige pensioenstelsel is solidariteit. Dit komt mede tot uiting middels de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet BPF). Op basis van deze wet bouwen alle werknemers in een gedefinieerde bedrijfstak bij hetzelfde loon dezelfde pensioenaanspraak op. Hiervoor betalen alle werkgevers hetzelfde percentage (van de grondslag) aan premie en schrijven de sociale partners voor welk gedeelte van deze premie voor rekening van de werknemers komt. Ultieme vorm van solidariteit. Toch?

Verplichte deelname

De gedachte achter de verplichte deelname aan het pensioenfonds was ooit om te zorgen dat alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak hetzelfde pensioen opbouwden en er dus geen concurrentie ontstond binnen de bedrijfstak op basis van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Inmiddels hebben heel veel pensioenfondsen hun werkingssfeer zodanig opgerekt dat er absoluut geen sprake meer is van een homogene bedrijfstak. Er loopt nu een discussie waarin het pensioenfonds aansluiting eist van alle werknemers van een onderneming die, aantoonbaar, maar 0,5% van zijn omzet behaald binnen de bedrijfstak van het fonds. Hoezo solidariteit binnen de bedrijfstak?

De doorsneepremie zorgt ervoor dat de pensioenaanspraak van alle werknemers dezelfde kostprijs heeft ongeacht de werkelijke onderliggende actuariële waarde. De kostprijs van een euro pensioen voor een 60-jarige werknemer is (afgerond) driemaal hoger dan die van een 25-jarige werknemer. Voor de jonge werknemer wordt dus aanzienlijk 'te veel' betaald en voor de oudere werknemer aanzienlijk 'te weinig', terwijl de werknemer van 60 jaar het pensioen over 8 jaar gaat ontvangen en dit voor de werknemer van 25 jaar pas over 43 jaar het geval is. De in het PensioenAkkoord lopende discussie over het invaren van de opgebouwde pensioenaanspraken in het nieuwe systeem laat zien dat er in de komende 43 jaar genoeg kan veranderen aan de pensioenaanspraak van de jonge werknemer. Zijn onzekerheid op de “ingekochte” pensioenaanspraak gedurende de looptijd is dus velen malen groter.

Premie

Bij het vaststellen van de doorsneepremie wordt uitgegaan van de actuariële grondslagen op het moment van betalen. De afgelopen jaren heeft de lage rentestand laten zien dat de kostprijs van een euro pensioen aardig kan fluctueren. Het BPF Bouw heeft onlangs aangekondigd dat de premie met bijna 10% omhoog gaat en de pensioenaanspraak gelijk blijft, terwijl aanzienlijke premiedempingen in het verleden meer regel dan uitzondering waren. Ook hebben veel pensioenfondsen hun premies in de afgelopen jaren laten oplopen doordat is overgestapt op een modernere levensverwachting. Het uiteindelijk uitbetalen van de pensioenaanspraak is feitelijk afhankelijk van de dekkingsgraad. In het huidige systeem wordt het betalen dus feitelijk losgekoppeld van het ontvangen van het pensioen waarbij het risico op een andere uitkomst wel bij de deelnemer ligt.

Eigen bijdrage

De eigen bijdrage van de werknemer bedraagt een percentage van de verschuldigde premie. De meeste pensioenfondsen schrijven hierbij een percentage voor van rond de 40%. Dit betekent dat de eerder genoemde 25-jarige werknemer een eigen bijdrage betaalt die ongeveer gelijk is aan de werkelijke kostprijs van zijn pensioen en dat de 6o-jarige werknemer een bijdrage betaalt van maar afgerond 25% van de kostprijs van zijn pensioenaanspraak.

Het is een goed basis uitgangspunt dat het wenselijk is dat zoveel mogelijk werknemers een pensioenaanspraak opbouwen. Dat hierbij het langlevenrisico en het voortijdig overlijdensrisico met elkaar worden gedeeld, past bij het fenomeen verzekeren en het niet stellen van medische waarborgen bij het instappen in de pensioenregeling maakt dat iedereen verzekerbaar is zonder beperkingen. De juiste solidariteit dus.

Solidariteit

Het verplichten van werkgevers om zich aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds op basis van (soms maar zeer beperkt aansluitende) bedrijfsactiviteit, het dwingen van deze werkgever om mee te betalen aan de pensioenaanspraak van de werknemers van de concurrent en het binnen de bedrijfstak solidair moeten zijn van de jonge werknemers met de oude werknemers waar het gaat om de eigen bijdrage, doet wel erg veel beroep op het fenomeen solidariteit.

Kijk je naar een middelloonregeling bij een pensioenverzekeraar dan wordt de verschuldigde premie berekend op basis van de kostprijs van de pensioenaanspraak, is het aan de uitvoerder om deze aanspraak ook waar te maken en het actuariële risico hiervan in de premie te stoppen, dan wel voor eigen rekening te houden en is het aan de werkgever om met zijn werknemers afspraken te maken over de verdeling van de premielast. De solidariteit speelt zich dan af binnen de onderneming.

Kijkend naar het PensioenAkkoord, zou de situatie bij de pensioenfondsen niet bepalend moeten zijn. De geëiste solidariteit is hier namelijk volledig doorgeschoten en de kosten voor de uitvoering liggen hier aanzienlijk hoger dan bij de commerciële uitvoerders.  Geef iedereen dus zijn eigen premie-inleg, laat de solidariteit zich binnen de uitvoerder beperken tot het delen van het langleven- en kortlevenrisico en laat de verder gewenste solidariteit zich afspelen binnen de afspraken tussen werkgever en werknemer. En dan heb je een beschikbare premieregeling bij een uitvoerder naar keuze van de werkgever!

Voor meer informatie over pensioenen, kunt u contact opnemen met onze pensioenspecialist Paul van Ravenzwaaij via paul.vanravenzwaaij@pellicaan.nl