Cameratoezicht op de werkvloer verboden, tenzij ...

7 februari 2018

Op steeds meer plaatsen worden camera’s opgehangen. Ook werkgevers zien soms aanleiding om camera’s op te hangen. Op grond van de Nederlandse en Europese privacywetgeving mag dat niet zomaar.

Extra oog in de vrachtwagencabine

Zo werd het transportbedrijf De Rooy Transport door de Autoriteit Persoonsgegevens op de vingers getikt omdat de chauffeurs in de vrachtwagencabine tijdens hun ritten onafgebroken werden gefilmd. Het bedrijf is er mee gestopt.

Meegluren bij de kassa

Recent heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in een Spaanse zaak de regels rondom cameratoezicht nog eens op een rijtje gezet. In deze zaak waren zichtbare en onzichtbare camera’s geplaatst om kassamedewerkers in een supermarkt te kunnen monitoren. Uit de opnamen bleek dat werknemers onrechtmatig producten uit de supermarkt meenamen. Zij werden door hun werkgever ontslagen. Bij de Spaanse rechter maakten werkgever en werknemers vervolgens ruzie over de vraag of de camerabeelden als bewijs mochten worden gebruikt. Het EHRM was van oordeel dat de werkgever onjuist had gehandeld omdat de werkgever de werknemers geen algemene informatie had gegeven en het cameratoezicht veel te lang had geduurd. De werknemers kregen een schadevergoeding wegens de privacy-inbreuk, wat overigens niets afdeed aan de geldigheid van het gegeven ontslag (aangezien de diefstal ook zonder de camera-beelden kon worden aangetoond).

Cameratoezicht is uitzondering

Deze zaken illustreren dat gebruik van camera’s aan regels is gebonden. Die regels kunnen als volgt worden samengevat:

  • Hoofdregel is dat cameratoezicht niet is toegestaan. Een uitzondering mag worden gemaakt in situaties waarbij er geen alternatieven zijn, bijvoorbeeld als onderzoek naar diefstal moeten worden gedaan (dan is kortdurend en gericht cameratoezicht mogelijk).
  • Het cameratoezicht mag niet langer duren dan nodig en de plaatsen van de camera’s moeten zorgvuldig worden gekozen. Er mogen geen geluidsopnamen worden gemaakt.

  • De werknemers moeten vooraf over mogelijk cameratoezicht worden geïnformeerd en na gebruikt cameratoezicht ook achteraf.

  • De beelden mogen maximaal vier weken worden bewaard, behalve als er een incident is geweest en de beelden nodig zijn voor bewijs.

  • Als er een ondernemingsraad is, moet de werkgever de plannen met die raad bespreken (instemmingsrecht).

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die op 25 mei a.s. in werking treedt, blijft dit hetzelfde. Er komen wel nieuwe verplichtingen bij, die echter niet voor iedere werkgever van belang zullen zijn.

Nieuw is dat de verplichting tot ‘privacy by design’ ook gaat gelden voor techniek die gebruikt wordt op de werkvloer. Werkgevers moeten de meest privacy-vriendelijke oplossing kiezen.

Een tweede verandering is dat werkgevers soms verplicht zijn om een ‘gegevensbeschermingseffectbeoordeling’, ook Data Protection Impact Assessment (DPIA) genoemd, te laten uitvoeren. Dat is verplicht als technologie worden ingezet, die gelet op de aard, de omvang, de context en de doeleinden daarvan een hoog privacy-risico op kunnen leveren voor het personeel. Een voorbeeld van hoog risico is technologie waarmee activiteiten van werknemers permanent worden gemeten en aan de hand waarvan zij door middel van IT worden beoordeeld.

Meer informatie?

Meer informatie over cameratoezicht en privacy is te verkrijgen bij de privacyspecialisten van Pellicaan Advocaten, Elif Barioglu, Xander Alders of Caro Mennen.