Afspiegelingsbeginsel en ontslagvolgorde

29 mei 2020

U bent tot de conclusie gekomen dat ontslag van werknemers noodzakelijk is. Ook heeft u berekend hoeveel u op de personeelskosten moet besparen en hoeveel werknemers per functie moeten vertrekken. De vraag is nu: welke medewerkers komen voor ontslag in aanmerking? Bij een bedrijfseconomisch ontslag wordt de ontslagkeuze (ook wel 'ontslagvolgorde' genoemd) bepaald aan de hand van het afspiegelingsbeginsel. Afspiegelen gebeurt per uitwisselbare functie.

Uitwisselbare functie

Uitwisselbare functies zijn functies die veel op elkaar lijken. Meer precies: een functie is uitwisselbaar met een andere functie, indien de functies vergelijkbaar zijn voor wat betreft vereiste kennis, vaardigheden en competenties, inhoud van de functie en tijdelijke of structurele aard, niveau en bijbehorende beloning. Deze factoren worden in onderlinge samenhang beoordeeld. Om te bepalen wie werkzaam is in een categorie van uitwisselbare functies, wordt gekeken naar de in de arbeidsovereenkomst overeengekomen functie, de bijbehorende loonschaal en de werkzaamheden die de werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst kan verlangen.

Wanneer bijvoorbeeld met een werknemer in de arbeidsovereenkomst de functie winkelmedewerker is overeengekomen, dan wordt bij de afspiegeling van deze functie uitgegaan. De taken van een winkelmedewerker zijn in dit voorbeeld: vakkenvullen, kassawerkzaamheden en lichte schoonmaakwerkzaamheden.
Stel nu dat deze winkelmedewerker vakkenvullen niet zo leuk vindt en liever meer kassa draait. Door de jaren heen is de winkelmedewerker steeds meer kassawerkzaamheden gaan doen en vult hij bijna geen vakken meer. In deze situatie is toch geen andere functie ontstaan. De werkgever kan op basis van de overeengekomen functie in de arbeidsovereenkomst immers nog steeds verlangen dat de werknemer ook vakken vult.

Afscheid nemen van externen

Voordat u toekomt aan afspiegelen, dient u eerst afscheid te nemen van externen. Vervolgens gaat u afspiegelen. U beëindigt daarna eerst de arbeidsovereenkomsten van medewerkers die hetzelfde werk doen, maar dan zonder contract voor onbepaalde tijd. Daarbij geldt de volgende rangorde:

  1. Externen (gedetacheerden, uitzendkrachten, zzp’ers).
  2. AOW-ers.
  3. Werknemers met een nulurencontract.
  4. Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (eindigend binnen 26 weken na de datum waarop op de ontslagaanvraag wordt beslist).
  5. Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd van meer dan 26 weken na de datum waarop op de aanvraag wordt beslist.

Uit de bovenstaande rangorde blijkt dat bij ontslag werknemers met een vast contract de sterkste rechten hebben.

Indelen in leeftijdscategorieën en de afspiegelingsberekening

Werknemers met een uitwisselbare functie worden ingedeeld in vijf leeftijdscategorieën. De leeftijdscategorie met de meeste werknemers levert de eerste werknemer die voor ontslag in aanmerking komt. De werknemer binnen die leeftijdscategorie met het kortste dienstverband wordt als eerste ontslagen. Daarna komt de leeftijdscategorie aan de beurt die nu nog de meeste werknemers heeft. Net zolang totdat het aantal werknemers waarvan afscheid moet worden genomen, is bereikt.

Door het afspiegelen blijft de leeftijdsopbouw binnen een functie na ontslag zoveel mogelijk gelijk. Bovendien komt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking.

Een voordeel van het afspiegelingsbeginsel is dat het willekeur voorkomt. Bij de ontslagkeuze spelen persoonlijke voorkeur of functioneren geen rol: de ontslagvolgorde is dwingend voorgeschreven door de ontslagregels. Dit maakt de acceptatie van het ontslag door de werknemer soms makkelijker.

Het grootste nadeel van het afspiegelingsbeginsel is dat een werkgever geen vrije keuze heeft in wie hij voor ontslag voordraagt. Hierdoor is een werkgever soms gedwongen om medewerkers te laten gaan, die hij liever wil houden. Het is daarom begrijpelijk dat het afspiegelingsbeginsel niet populair is onder werkgevers.

Voorbeeld afspiegelingsberekening

In het onderstaande voorbeeld zijn in de functie Winkelmedewerker twaalf medewerkers in dienst. Twee arbeidsplaatsen komen te vervallen. De peildatum is 1 juni 2020. De peildatum is de datum waarop de afspiegelingsberekening wordt gemaakt. Meestal is dit de datum waarop een ontslagaanvraag wordt ingediend.

De medewerkers zijn op basis van hun leeftijd ingedeeld in een leeftijdscategorie. In het voorbeeld staan de medewerkers in de leeftijdscategorie met het kortste dienstverband onderaan. In de leeftijdscategorie 35-35 is werknemer ‘I’ het laatste in dienst getreden.

De berekening bij twee ontslagen is als volgt. Deel het aantal Winkelmedewerkers per leeftijdscategorie door het totaalaantal Winkelmedewerkers en vermenigvuldig dit met het aantal ontslagen. De leeftijdscategorie 15-25 telt twee Winkelmedewerkers. In totaal zijn er twaalf Winkelmedewerkers waarvan er dus twee ontslagen moeten worden: 2/12 x 2 = 0,33.

Voor alle leeftijdscategorieën wordt deze berekening gemaakt. De leeftijdscategorie 35-45 heeft de meeste medewerkers (en daardoor de hoogste uitkomst in de berekening). De eerste medewerker die voor ontslag in aanmerking komt, komt uit deze categorie. De tweede medewerker komt uit de categorie 25-35 jaar. Deze categorie heeft namelijk de op een na hoogste uitkomst. Klik op de afbeelding om deze in een groter formaat te bekijken.

Meer weten?

Pellicaan Advocaten kan u informeren over de werking van het afspiegelingsbeginsel en de mogelijkheden om hiervan af te wijken. Die mogelijkheden – hoewel beperkt- zijn er namelijk. U kunt te allen tijde contact met ons opnemen.