Veroordeling om slapend dienstverband te beëindigen

5 februari 2019

Onlangs werd een werkgever door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg veroordeeld om een ernstige zieke werknemer te ontslaan, die daar na 3 jaar van ziekte zelf om had gevraagd. De werknemer vroeg hierom, zodat hij alsnog in aanmerking kon komen voor de transitievergoeding van maar liefst € 144.659 bruto.

Slapend dienstverband

Er wordt gesproken van een ‘slapend dienstverband’ als een arbeidsongeschikte werknemer na twee jaar van ziekte geen loon, maar een IVA-uitkering krijgt en de werkgever het dienstverband niet opzegt. Als een werknemer 2 jaar arbeidsongeschikt is en er binnen 26 weken geen uitzicht is op herstel, mag de werkgever het dienstverband met toestemming van het UWV opzeggen.

Sommige werkgevers kiezen er voor het dienstverband ‘slapend’ te houden, omdat zolang de arbeidsovereenkomst niet door hen is beëindigd, er ook geen transitievergoeding behoeft te worden betaald. In de rechtspraak wordt aangenomen dat deze handelswijze geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever oplevert. De werknemer zou ook zelf het dienstverband kunnen opzeggen in zo’n situatie, maar in dat geval heeft hij geen recht op een transitievergoeding.

De feiten

In deze casus had de werkgever (een ziekenhuis) de werknemer niet goed begeleid bij diens re-integratie en was er door het UWV een loonsanctie in de vorm van een derde ziektejaar opgelegd. De werknemer (een medisch specialist) had nog maar kort te leven en daarom hebben zijn familieleden namens hem de claim op de transitievergoeding ingesteld. Het ziekenhuis kon geen goede grond aanvoeren waarom zij niet tot beëindiging overging. Het Scheidsgerecht oordeelde dat de arbeidsverhouding inmiddels wel behoorlijk verstoord was geraakt. Het stilzitten van de werkgever zou er in resulteren dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn zou eindigen door het overlijden van de werknemer. Het gevolg daarvan was dat de werkgever dan helemaal geen transitievergoeding behoefde te betalen.

Het ziekenhuis werd daarom door het Scheidsgerecht veroordeeld de arbeidsovereenkomst te beëindigen, onder de toezegging tot betaling van de transitievergoeding. Als het ziekenhuis dat niet zou doen, moet zij een dwangsom van € 5.000 per dag met een maximum van € 150.000 betalen aan de werknemer.

Conclusie

Het ging hier om uitermate trieste en bijzondere omstandigheden. De algemene lijn in de rechtspraak is - zoals gezegd - dat een werkgever niet verwijtbaar handelt door de arbeidsovereenkomst van een ‘slapende’ arbeidsongeschikte werknemer niet te beëindigen. Het is dus maar de vraag of een rechter tot dezelfde conclusie zou komen. Toch lijkt er geen reden meer voor werkgevers om het dienstverband met een volledig arbeidsongeschikte werknemer ‘slapend’ te houden. Per 1 april 2020 gaat er namelijk een compensatieregeling gelden, waarbij de transitievergoeding ook voor ‘oude ziektegevallen’ (5 jaar terugwerkende kracht) kan worden gecompenseerd. Het slapende dienstverband lijkt dan ook niet geheel meer zonder risico en het verdient aanbeveling om over de transitievergoeding met de werknemer in kwestie in overleg te treden, indien het te betalen bedrag niet redelijk voorkomt.