Een buitenlandse oud-bestuurder aanspreken; een kwestie van 'define the relationship'

10 augustus 2017

Schade vorderen van een oud-bestuurder die in het buitenland woont gaat niet zonder slag of stoot.

In Nederland kan een vennootschap haar bestuurder of oud-bestuurder aanspreken voor schade die is veroorzaakt door een onbehoorlijke taakvervulling of door een onrechtmatige daad. Dit is alleen mogelijk wanneer Nederlands recht van toepassing is en de betreffende (oud-)bestuurder in Nederland woont. Wat nu als de betreffende bestuurder in het buitenland woont? Dan liggen de zaken geheel anders, zo blijkt uit onderhavige zaak.

Centraal staat de vraag welke rechter bevoegd is bij de aansprakelijkheidsstelling van een in Duitsland woonachtige bestuurder. Naar Nederlands recht is sprake van zowel een vennootschapsrechtelijke als een arbeidsrechtelijke band tussen de vennootschap en de bestuurder. In deze zaak sprak een Nederlandse vennootschap haar in Duitsland woonachtige oud-bestuurder aan. Het was daarom onduidelijk welke internationale bevoegdheidsregels van toepassing zijn. De vordering van de Nederlandse vennootschap was namelijk gebaseerd op zowel vennootschapsrechtelijke regels als op arbeidsrechtelijke regels. Bij het vaststellen van de internationale bevoegdheid bij bestuurdersaansprakelijkheid kan dit leiden tot de nodige problemen, zo blijkt uit onderhavige zaak.

De Casus

In deze zaak sprak de vennootschap haar oud-bestuurder aan, wegens onbehoorlijke taakvervulling van de bestuurstaak in zijn hoedanigheid van bestuurder, alsmede het bewust en roekeloos toebrengen van schade in zijn hoedanigheid van werknemer.

De oud-bestuurder wordt door de Nederlands vennootschap gedagvaard voor de Nederlandse rechtbank. Tijdens deze procedure stelt de oud-bestuurder dat de Nederlandse rechtbank niet bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. Hieraan ligt ten grondslag dat bij een arbeidsrechtelijke vordering bijzondere internationale bevoegdheidsregels gelden. Op grond van deze bijzondere internationale bevoegdheidsregels, worden werknemers in verhouding tot hun werkgever als zwakkere partij beschouwd. Werknemers hebben daarom recht op bescherming, tegen de oproeping voor een rechter van een andere lidstaat. Zowel de rechtbank als het gerechtshof verklaarden zich daarom onbevoegd om van het geschil kennis te nemen.

De Hoge Raad heeft vervolgens prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Een van de vragen was, bij welke regels moet worden aangeknoopt voor het bepalen van de bevoegdheid van de rechter. Dit is immers lastig te bepalen, indien de bestuurder wordt aangesproken voor schade die zou zijn veroorzaakt in zijn hoedanigheid van zowel bestuurder als werknemer.

Het Hof van Justitie heeft hierin helderheid verschaft: indien een bestuurder tevens werknemer is van de vennootschap, dan kan de bestuurder zich beroepen op de bevoegdheidsregels die gelden voor de bestuurder als werknemer. Dit houdt in dat de oud-bestuurder enkel mag worden gedagvaard voor de rechter van de lidstaat waarin hij woonachtig is. Om vast te stellen of sprake was van een bestuurder die tevens werknemer is van de Nederlandse vennootschap, moest worden vastgesteld of sprake is van een arbeidsovereenkomst/gezagsverhouding.

Volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof van Justitie is sprake van een arbeidsovereenkomst indien sprake is van een duurzame band, waardoor de werknemer een bepaalde plaats in de onderneming van de werkgever krijgt en de werknemer voor een bepaalde periode onder het gezag van de werkgever prestaties verricht in ruil voor loon.

De zaak werd terugverwezen naar de Hoge Raad, waarna de Hoge Raad zich vervolgens moest buigen over de vraag of er sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst tussen de oud-bestuurder en de vennootschap.

Een complicerende factor in deze zaak is dat de oud-bestuurder ook 15% aandeelhouder van de vennootschap was. Dit kon mogelijk de zaak compliceren, omdat de oud-bestuurder wellicht in zijn hoedanigheid van aandeelhouder een grote mate van invloed kon uitoefenen op het bestuur. In dat geval zou er niet snel sprake zijn van een arbeidsovereenkomst, omdat dan de vereiste ondergeschiktheid zou hebben ontbroken.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de oud-bestuurder voor een bepaalde periode en onder het gezag van de vennootschap werkzaamheden heeft verricht. Er is dus sprake geweest van een arbeidsovereenkomst tussen de oud-bestuurder en de vennootschap. Als gevolg daarvan kon de oud-bestuurder een beroep doen op de bijzondere internationale bevoegdheidsregels die gelden voor werknemer. Daardoor kon de oud-bestuurder enkel worden aangesproken voor de Duitse rechter.

Het 15% aandelenbelang van de oud-bestuurder was te gering om te stellen dat er geen sprake meer is van een gezagsverhouding. Dit zou anders liggen indien de oud-bestuurder in zijn hoedanigheid als aandeelhouder bijvoorbeeld bindende instructies zou kunnen geven aan het bestuur. De Hoge Raad heeft daarom geoordeeld dat de Rechtbank en het Gerechtshof zich terecht onbevoegd hebben verklaard en de Duitse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het geschil tussen partijen.

Aanbeveling

Indien u een in het buitenland woonachtige (oud-)bestuurder wilt aanspreken voor schade, is het van belang na te gaan hoe de relatie tussen de bestuurder gedefinieerd dient te worden. Dit kan met name van belang zijn voor de vraag of de (oud-)bestuurder in Nederland kan worden gedagvaard. Tevens kan dit van belang zijn voor het tijdig instellen van de vordering. In sommige landen kan een kortere verjaringstermijn gelden voor het instellen van een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering.

Laat u daarom altijd goed informeren over de mogelijkheden om een in het buitenland woonachtige bestuurder aan te spreken voor schade die u of de vennootschap heeft geleden. Pellicaan Advocaten is u in dat kader graag van dienst bij de advisering.

Ook wanneer blijkt dat de bestuurder niet in Nederland kan worden aangesproken, is Pellicaan Advocaten u graag van dienst. Pellicaan Advocaten beschikt over een internationaal netwerk van gespecialiseerde advocaten, waarmee Pellicaan Advocaten uw belangen ook internationaal kan vertegenwoordigen.